Grote meerderheid Nederlanders solidair met vluchtelingen wereldwijd
Artsen zonder Grenzen kijkt terug op een jaar waarin zij voor het eerst in haar 51-jarige geschiedenis medische noodhulp moest bieden in Nederland. De organisatie bood medische hulp aan vluchtelingen die in Ter Apel vastzaten in het asielsysteem. Niet alleen in Nederland wacht vluchtelingen dit lot: in 2022 kregen steeds meer vluchtelingen en migranten aan de Europese grenzen te maken met geweld en werden ze teruggestuurd naar onveilige landen. Artsen zonder Grenzen vindt dat ieder mens recht heeft op medische hulp en een menswaardige behandeling. Uit onderzoek in opdracht van Artsen zonder Grenzen blijkt dat bijna 90 procent van de Nederlanders het hiermee eens is.
Nederlanders vinden niet alleen de situatie in Ter Apel onacceptabel (67%), ze willen ook niet dat vluchtelingen dit in andere landen overkomt (72%). Artsen zonder Grenzen helpt deze mensen met medische zorg, maar dit zou niet nodig moeten zijn. In geen enkel land zouden vluchtelingen het slachtoffer mogen zijn van geweld en detentie of verstoken zijn van medische hulp.
Hoog op de agenda van Nederlanders staat ook solidariteit: 80 procent geeft aan zich het lot aan te trekken van mensen op de vlucht buiten de eigen landsgrenzen. 79 procent van de Nederlanders vindt dat vluchtelingen waar dan ook ter wereld goede medische zorg moeten krijgen.
“Politici roepen om het hardst dat de grenzen dicht moeten, maar uit ons onderzoek blijkt dat Nederlanders veel compassie hebben voor alle vluchtelingen. Het roer moet en kán om. Bijvoorbeeld door vluchtelingen die in Litouwen, Griekenland en Italië aankomen eerlijk en geordend over Europa te verdelen. Nu kijken we weg en zijn vluchtelingen aangewezen op gevaarlijke vluchtroutes, mensensmokkelaars en verstoken van medische zorg. Meer ‘Fort Europa’ gaat niet werken. Laten we luisteren naar wat de samenleving wil en solidariteit een kans geven,” zegt Judith Sargentini, directeur voor Nederland, Artsen zonder Grenzen.
Omdat Artsen zonder Grenzen zag dat asielzoekers voor de poorten van het aanmeldcentrum in Ter Apel geen adequate medische zorg kregen opende AzG daar een medische kliniek. De noodhulporganisatie sprong in omdat de overheid die hulp niet bood. Het merendeel van de Nederlanders (67 procent) vindt dat de Nederlandse overheid hier tekortschoot en die zorg had moeten bieden. Twee derde wil dat het verbeteren van de leefomstandigheden voor vluchtelingen prioriteit krijgt van de Nederlandse overheid in het nieuwe jaar.
“Onze wens voor 2023 is dat iedereen de medische hulp krijgt die nodig is en menswaardig wordt behandeld. Het is de wereld op zijn kop dat wij in Nederland nodig waren. We helpen als de nood er is maar de overheid had hier zelf hulp moeten verlenen. Net als in andere landen wereldwijd, waar vluchtelingen verstoken zijn van medische hulp en wij moeten inspringen. Het is goed om te zien dat zoveel Nederlanders vinden dat dit anders moet,” aldus Judith Sargentini.
Steeds vaker krijgen vluchtelingen en migranten te maken met geweld als zij Europa proberen te bereiken. Dit ziet Artsen zonder Grenzen op de grens tussen Hongarije en Servië en in Griekenland, Letland, Polen en Litouwen. Grenswachten sturen, vaak met geweld, duizenden mensen terug of zij belanden in detentiecentra in Libië nadat ze, met gevaar voor eigen leven, de Middellandse zee proberen over te steken. Ook in Letland en Litouwen worden veel vluchtelingen en migranten vastgehouden in detentiecentra. In deze centra hebben mensen amper toegang tot medische zorg en kampen zij vaak met ernstige psychische problemen. Nederland is medeverantwoordelijk voor menswaardige leefomstandigheden van vluchtelingen die naar landen binnen de EU zijn gevlucht. Twee derde van de respondenten (66%) vindt dat Nederland hier meer naar moet handelen. De Nederlandse overheid zou vluchtelingen niet moeten terugsturen naar een onveilige omgeving maar juist moeten helpen zegt 62 procent.
Het onderzoek is uitgevoerd door onderzoeksbureau DirectResearch, in opdracht van Artsen zonder Grenzen. Voor dit onderzoek zijn 1036 Nederlanders ondervraagd in november 2022. Het onderzoek is representatief voor de Nederlandse bevolking van 18 jaar en ouder op geslacht, leeftijd en opleiding.