In de afgelopen 10 jaar zijn in gewapende conflicten in totaal 93.236 kinderen gedood of gewond geraakt. Dat komt omgerekend neer op 25 kinderen per dag, een gemiddelde schoolklas dus. Dat blijkt uit het rapport ‘Killed and Maimed: A Generation Of Violations Against Children In Conflict’, dat Save the Children afgelopen vrijdag, op de Internationale Dag van de Rechten van het Kind, heeft uitgebracht.
Terwijl in Ethiopië en Nagorno-Karabach opnieuw conflicten oplaaien, gaat ook de strijd in onder meer Jemen, Syrië en Afghanistan onverminderd door. Alleen al in 2019 woonden zo’n 426 miljoen kinderen in een door conflict getroffen gebied. Ongeveer 160 miljoen kinderen leefden in een conflictgebied met een hoge intensiteit, dat zijn gebieden waar per jaar meer dan 1000 dodelijke slachtoffers te betreuren zijn als gevolg van luchtaanvallen, beschietingen, landmijnen en andere explosieve wapens.
Zo raakt de Afghaanse Mohammed* (15) gewond wanneer een bom ontploft die hij vlakbij zijn school heeft gevonden. In het ziekenhuis blijkt dat zijn hand geamputeerd moet worden. “Sinds het ongeluk heb ik vaak nachtmerries en ik durf niet meer alleen in een kamer te slapen.”
Dit weekend komen wereldleiders in Saoedi-Arabië bijeen voor de internationale G20-top. Zij beloven actie te ondernemen om de meest kwetsbare mensen te beschermen. Niet ver daar vandaan, in Jemen, weten miljoenen kinderen niet waar hun volgende maaltijd vandaan komt en of ze de volgende luchtaanval gaan overleven. “Deze top is een kans voor wereldleiders om hun invloed en stem te gebruiken om woorden om te zetten in daden, en de oorlog tegen kinderen te stoppen”, zegt Pim Kraan, directeur van Save the Children Nederland.
In Jemen zijn de afgelopen maand door oplaaiende gevechten in de steden Hodeidah en Taiz ten minste 29 kinderen gedood of gewond geraakt. Daarmee is de maand oktober de meest gewelddadige van het afgelopen jaar. De 16-jarige Hamdi* raakte zwaargewond door granaatscherven en kan nu niet meer lopen. “Ik wilde gaan slapen, maar werd opgeschrikt door een explosie. Toen ik probeerde op te staan viel ik om en realiseerde me dat ik geraakt was. Ik vind het verschrikkelijk dat ik niet meer kan lopen en heb er moeite mee om andere kinderen wel te zien lopen en spelen.”
Volgens directeur Pim Kraan zijn Mohammed, Hamdi en duizenden andere kinderen de dupe van schaamteloos genegeerde internationale wetten en normen. “Zo kiezen verschillende landen er bewust voor om wapens en militaire goederen te blijven verkopen aan strijdende partijen, zelfs wanneer duidelijk is dat ze ook tegen kinderen worden gebruikt. Dit kan zo niet doorgaan. Laten we samen een einde maken aan deze grootschalige schending van kinderrechten.”
Save the Children roept de Nederlandse regering op om er alles aan te doen om het gebruik van explosieve wapens tegen kinderen per direct te stoppen. In Nederland gaat het specifiek om strenger toezicht op handel in niet-militaire goederen die worden ingezet door gewapende groepen (bijvoorbeeld technologie en onderdelen van wapens). Staten en partijen die zich niet houden aan het internationaal recht en het geweld tegen kinderen voortzetten, moeten verantwoordelijk worden gehouden. De kinderrechtenorganisatie wil verder dat Nederland zich aansluit bij een door Ierland geleide verklaring gericht op het terugdringen van het gebruik van explosieve wapens in bevolkte gebieden. Tot slot pleit Save the Children ervoor dat de bescherming van kinderen, inclusief geestelijke gezondheidszorg en psychosociale steun, een volledig en niet weg te bezuinigen onderdeel wordt van noodhulpprogramma’s.
*Uit veiligheidsoverwegingen gebruiken wij niet de echte namen van de kinderen.